Reformjapon
Strompeljapon, <EM>queue de Paris,</EM> crinoline en korset; het modesilhouet stelt door de eeuwen heen nogal wat verschillende eisen aan het vrouwenlichaam. In 1899 werd in Nederland de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding (kortweg de V.v.V.v.V. genoemd) opgericht. De bezwaren van de leden tegen de bestaande mode bestonden uit het op straat dragen van een sleep, hoge nauwe boorden, hoge hakken, maar vooral het insnoeren van de taille en de te zware, niet ademende stof. Een van de modellen die voor verbetering moesten zorgen is ontwikkeld door de Nederlandse Marie Thierbach-Paris, die naar eenvoudige, niet aan mode onderhevige kledingvormen streefde. Het tuniekachtige enkellange Thierbach-model, waar deze zachtgroene japon een mooi voorbeeld van is, gaat uit van het zo min mogelijk knippen in de stof. De vorm moest ontstaan door plooien op de rug te vouwen en soepele, ademende stoffen toe te passen. In 1909 wordt door de V.v.V.v.V. zelfs een speciale Vakschool voor Verbetering van Vrouwen- en Kinderkleeding opgericht. Een van de bestuursleden was de draagster en schenkster van deze zijden japon met macramé en kraaltjes, mevrouw J.L. Redeke-Hoek.