Zelfportret
Joachim portretteert zichzelf met zijn palet, penselen en schilderstok als schilder. Christina beeldt hij af als de godvruchtige echtgenote. Op de tafel bevinden zich een in leer gebonden boekje, mogelijk een gebedenboek of bijbel en een geldweegschaal, die verwijst naar het zuinig beheer van de huishouding en rechtschapenheid, wijsheid en eerlijkheid.<BR><BR> <P>De keuze voor de schilddragers van beider familiewapens is onconventioneel in de heraldiek. Wtewaels wapen wordt geflankeerd door satyrs met hoornen van overvloed tussen de poten. Genotzuchtig als ze zijn, verwijzen deze dionysische schepsels naar de vele erotische toespelingen in zijn werk. Het wapen van zijn echtgenote wordt geflankeerd door een naakte man en vrouw. De hoornen van overvloed zijn dit keer schrijlings over hun schoot gelegd. Mogelijk duiden ze op de vrucht van hun samenzijn, de kinderen geboren uit hun huwelijk. <BR>'Non gloria, sed memoria' ('Niet uit roemzucht, maar ter herinne­ring') is het devies dat Joachim Wtewael aan zijn zelfportret en aan dat van zijn echtgenote toevoegde. Wtewael trouwde in 1595 met Christina van Halen. Hij is op dat moment 34 jaar oud en een vooraanstaand en welvarend burger van Utrecht. De schilderkunst kwam bij hem na de vlashandel op de tweede plaats. Desondanks liet hij een groot oeuvre na en wordt hij nu beschouwd als de belangrijkste Utrechtse maniërist. De echtelieden zijn naar elkaar toegekeerd, maar kijken elkaar niet aan. Het contact tussen de twee wordt bewerkstelligd door de handen.</P>