Portret van de familie Metelerkamp
Alexander Hendrik Metelerkamp (1804-1871) was kantonrechter. Hij was in 1829 gepromoveerd, lid van de Raad te Utrecht en lid van de Provinciale Staten. Op 3 juni 1830 huwde hij Catharina Gerarda Johanna Verloren (1805-1877) en in 1835 werd hun zoon Johannes Jacobus (1835-1899) geboren. Het gezin woonde aan de Nieuwegracht te Utrecht, op het huidige nummer 56. Het was een groot herenhuis uit het einde van de achttiende eeuw met een negentiende-eeuws achterhuis. Het perceel liep door tot aan de erachter liggende straat. Het was een dure buurt waar vooral hooggeplaatste en voorname lieden woonden. Hier heeft hij zich samen met zijn echtgenote Catharina Gerarda Johanna Verloren en hun zoon Johannes Jacobus laten portretteren in de achtertuin van hun huis. Kenmerkend voor de tijd is het eclecticisme, het gebrek aan eigenheid door het door elkaar heen gebruiken van neostijlen. Het was juist dit historisme waar men in later tijden zo’n gruwelijke afkeer van kreeg. In het schilderij is deze stilistische diversiteit in alles terug te vinden.<BR> <P>Goed geslaagde portretten zijn er veel geschilderd in de eerste helft van de negentiende eeuw, maar een informele plaatsing van de geportretteerden in de open lucht is zeldzaam. Metelerkamp is op weg naar de vijftig. Naast hem zit zijn een jaar jongere vrouw. Hun zoon Johannes staat tussen hen in met een rijzweepje in de hand. Zoals het zweepje wijst op de vrijetijdsbesteding van de jongen, verwijst het boek in de linker hand van Metelerkamp naar zijn geleerdheid. Zijn vrouw, die meer met huiselijke zaken bezig is, heeft naast zich op een klaptafeltje een mand met vers geplukte bloemen.</P> <P>In de periode waarin het portret werd gemaakt was het combineren van allerlei stijlelementen uit het verleden erg populair. In het schilderij is dit in alles terug te vinden. De achtergevel van het huis is geheel classicistisch, terwijl de roedeverdeling van de ramen op de begane grond gotisch is. De grote vogelkooi die op de veranda staat heeft een rustieke voet en ziet eruit als een knoestige boomstam. Metelerkamp zit op een gietijzeren bankje dat is gemaakt naar een ontwerp van de beroemde architect Karl Friedrich Schinkel (1781-1841) uit circa 1825. De tuinbank en het eveneens van gietijzer vervaardigde bankje onder de voeten van mevrouw zijn classicistisch te noemen, terwijl haar rotan stoel is uitgevoerd in gotische stijl. Het schilderij zelf tenslotte, is gevat in een vergulde rococo lijst met bloemmotieven.</P>