De jaarlijkse voedseluitdeling aan de armen door Maria van Pallaes
<p style="margin:0cm;line-height:normal;font-size:11pt;font-family:Calibri, sans-serif;"><span style="font-family:Arial, sans-serif;">De Utrechtse Maria van Pallaes zit op een stoel voor de armenwoningen die ze heeft laten bouwen. Ze wijst naar het uitgestalde voedsel om aan te geven wat er aan de wachtende armen moet worden gegeven. Eén van die armen heeft haar handen gevouwen om Maria te bedanken. Deze keurig geklede vrouw zorgt ervoor dat Maria's rol als edelmoedige burger duidelijk wordt benadrukt.</span></p>
1/2
De Utrechtse Maria van Pallaes zit op een stoel voor de armenwoningen die ze heeft laten bouwen. Ze wijst naar het uitgestalde voedsel om aan te geven wat er aan de wachtende armen moet worden gegeven. Eén van die armen heeft haar handen gevouwen om Maria te bedanken. Deze keurig geklede vrouw zorgt ervoor dat Maria's rol als edelmoedige burger duidelijk wordt benadrukt.
Nu in het museum in Collectie Centraal II
Titel
De jaarlijkse voedseluitdeling aan de armen door Maria van Pallaes
bruikleen 1924 (Bruikleen van Fundatie van Maria van Pallaes)
Afmetingen
hoogte 90.7 cm
breedte 178.8 cm
hoogte (met lijst) 114.6 cm
breedte (met lijst) 202.1 cm
Opschriften / merken
signatuur en datering r.o. (met verf): Henr: Bloemaert fe:// A°1657.
opschrift en wapen boven de poort op het schilderij : [alliantiewapen Van Schroyestein-van Pallaes] // Y Maria van Pallaes door // Liefde Gods [ged]reven // Heeft [toen] [z]ij wed[u]we [was van] // [d'hee]r [S]ch[r]oy[estei]n // deez' [kameren gesticht] // [Eenich onderhout gegeven] // Niet [achtend 's werelds gonst maer] // Plaets [in 's hemels pleyn.] // MDCLI
Maria van Pallaes (1587-1664) stichtte als rijke weduwe in 1651 de fundatie voor de armen. Zij liet twaalf huisjes bouwen waarin in totaal 24 behoeftigen konden worden ondergebracht. Vier regenten kregen de dagelijkse leiding over de Fundatie. De huisjes lagen op grond die was aangekocht van het voormalige Agnietenklooster. De voedseluitdeling vindt op het schilderij plaats voor de regentenkamer, Nieuwegracht huidig nr. 205. De kamer diende als vergaderzaal en eetkamer voor de beheerders van het complex. Het was bovendien de plaats waar de reglementen aan de nieuwe inwoners werden voorgelezen. Toen Maria van Pallaes in 1651 de fundatie oprichtte, waren niet alleen haar man, de jurist Hendrick van Schroyesteijn, maar op een na ook al haar kinderen overleden. Alleen Adriana, die in Antwerpen in het klooster der Karmelietessen was ingetreden, leefde nog. Achter Maria van Pallaes, zijn echter vijf van hun kinderen afgebeeld op het schilderij. De oudste zoon Johan is de enige die niet aanwezig is. Misschien is zijn afwezigheid te verklaren uit het feit dat hij in 1624 werd onterfd en dus blijkbaar in onmin leefde met zijn moeder. Hij komt vanaf dat jaar ook niet meer in testamenten en documenten voor. De twee meisjes heetten Adriana en Margaretha en de drie zoons die zijn afgebeeld zijn Lubbertus, Livinius en Hendrick. In de regentenkamer, waar dit schilderij als schoorsteenstuk diende, hingen ook de portretten van Maria's overleden kinderen. Hendrick Bloemaert moet ze als voorbeeld hebben gebruikt bij het schilderen van het schoorsteenstuk. Ze werden kort na 1664 door Regenten aan Johan van Pallaes, neef der stichteres, geschonken. De tekst boven de poort is grotendeels onleesbaar. De reconstructie is gebaseerd op de regels die nu nog altijd boven de ingang van de Fundatie te lezen zijn. De Agnietenkapel links op de achtergrond maakte oorspronkelijk deel uit van het Agnietenklooster. Sedert 1921 maakt zij onderdeel uit van het gebouwencomplex van het Centraal Museum. Achter het klooster is de toren van de Nicolaïkerk te zien.
Op de "Inventaris van den inboedel specterende tot de Refectie-kamer der Fundatie van Maria van Pallaes" uit 1665 staat dit schilderij vermeld: "Een langhwerpend in geproportioneerde panelen en lijsten voor de schoorsteen uytbeeldende de E. Fondatrice met haar vijff kinderen, t'samen uytdeylende aen haer huysarmen, gedaen by Hendrick Blommaert".
Potloodtekening uit 1876 naar de achtergrond van inv. nr. 2569 door Jozef Hoevenaar (1840-1926), 104 x 221 mm, in Het Utrechts Archief, Topografische Atlas, inv. nr. Zi 15.1.
Documentatie
'Voor den armen alhier' : de geschiedenis van vijf Utrechtse fundaties en hun vrijwoningen, René de Kam, (Utrecht, 1998), p. 42, afb. in kleur pp. 42-43, en p. 22 (detail)
1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis, samengest. door Els Kloek, (Nijmegen, 2013), p. 293 afb. 205 (detail); p. 547 afb. 205 in kleur (detail).
58 miljoen Nederlanders en hun bejaarden, H.C. de Wolf, (Amsterdam, 1977), p. 238, afb. in kleur