De aanbidding van de drie koningen
<p>Afbeeldingen van gebeurtenissen rond de geboorte van Christus waren zeer populair in de zeventiende eeuw. Vooral het verhaal van de aanbidding van de drie koningen was een geliefd onderwerp. Als rechtgeaarde katholiek schilderde Abraham Bloemaert verschillende versies van dit thema. Na de reformatie werden katholieke diensten in Utrecht slechts oogluikend toegestaan. Een aantal van Bloemaerts religieuze opdrachten kwam dan ook uit de katholiek gebleven Zuidelijke Nederlanden. Wie de opdracht heeft gegeven tot het schilderen van De aanbidding van de drie koningen is niet bekend. Maria heeft het Christuskind op haar schoot. Achter haar, om de hoek van de stal kijkend, zien we Jozef. Het kind strekt zijn handje uit naar Melchior, die het een kelk met gouden muntstukken aanbiedt, als symbool van Christus' koningschap. De oude koning draagt een prachtige koorkap die is vervaardigd uit rood fluweelbrokaat met een patroon van bloeiende granaatappels. De granaatappel is het christelijk symbool voor de opstanding. Uit de vroege zestiende eeuw is een kazuifel bewaard gebleven met precies dezelfde stof. Bloemaert moet de kazuifel, of mogelijk een erbij behorende koorkap, als voorbeeld hebben gebruikt. </p><p>Achter Melchior buigt Balthazar zich naar het jongetje toe. Hij is van middelbare leeftijd. De mirre die hij bij zich heeft verwijst naar de dood van de verlosser. Caspar is de jongste. Hij schenkt het kind wierook, dat staat voor diens goddelijkheid. Naast de drie leeftijden symboliseren de koningen ook de drie rassen van de mensheid en tevens de drie, in de vroege Middeleeuwen bekende werelddelen. Melchior staat als blanke voor Europa, de bruine Balthazar voor Azië en Caspar, die wordt voorgesteld als een moor, voor Afrika. Deze symboliek moet duidelijk maken dat Christus zich openbaarde aan de gehele mensheid, zowel aan jong als aan oud, uit welk land ter wereld dan ook.</p><p>Tussen de hoofden van Balthazar en Caspar in is het gezicht te zien van een jonge man met een snor en een puntbaardje. Men heeft wel gedacht dat dat een zelfportret was. Toen Bloemaert het schilderij schilderde, was hij echter al 58 jaar oud en het is onwaarschijnlijk dat hij zichzelf zoveel jonger heeft uitgebeeld. Het ligt meer voor de hand dat de man de opdrachtgever is. Het schilderij is aan de rechterzijde ingekort. Dat blijkt uit een kopie die in de werkplaats naar het origineel is gemaakt en uit het schetsontwerp voor het schilderij (31135), dat zich eveneens in de collectie van het Centraal Museum bevindt. <br /></p>