Gezicht op het koor en de toren van de Domkerk te Utrecht
<p><span style="font-family:Arial, Helvetica, sans-serif;font-size:small;">In de negentiende eeuw veranderde Utrecht snel van aanzien. Veel gebouwen vielen onder de slopershamer: de stadsmuren met de poorten, kerken, gasthuizen en veel woonhuizen. Nieuwe panden verrezen, zoals de Winkel van Sinkel en de rechtbank. Andere gebouwen kregen een nieuwe gevel, zoals bijvoorbeeld het stadhuis. Op de vrijgekomen plek van de stadsmuur legde architect J.D. Zocher een plantsoen in Engelse landschapsstijl aan. </span><br /><span style="font-family:Arial, Helvetica, sans-serif;font-size:small;">Burgemeester H.M.A.J. van Asch van Wijck was een voorstander van stadsvernieuwing maar zette zich ook in voor (gedeeltelijk) behoud van het bedreigde erfgoed. Hij verzamelde bouwfragmenten van gesloopte gebouwen en stimuleerde restauraties. In de jaren ’20 en ’30 van de negentiende eeuw kregen de Domkerk en de Domtoren een grondige opknapbeurt. Daarbij werd eindelijk ook het puin van het ingestorte schip opgeruimd dat er sinds de storm van 1674 was blijven liggen. Er ontstond een ruim plein, het Munsterkerkhof, het huidige Domplein. Op het plein organiseerde men een groentemarkt maar omdat het er veel te hard waaide werd de markt na korte tijd weer opgeheven.</span></p><p><span style="font-family:Arial, Helvetica, sans-serif;font-size:small;">Schilders legden het verdwijnende stadsbeeld vast. Een van hen was Jan Hendrik Verheyen (1778-1846). Hij schilderde onder meer de Tolsteegpoort en de Weerdpoort. Verheyen was een specialist in het topografische genre. Vaak hebben zijn werken een fantasierijke inslag, maar dit achteraanzicht van de Utrechtse Dom is tamelijk nauwkeurig, al is het gezichtspunt erg laag genomen. Het overdreven perspectief onderstreept de monumentaliteit van de kathedraal . Het koor met zijn luchtbogen, de kooromgang, de (toen witgepleisterde) consistorie met daarachter het bovenste stukje van het noordertransept zijn gedetailleerd afgebeeld. De toren komt vanaf het uurwerk, net onder de tweede omloop, boven het dak van de kerk uit.</span></p><p style="margin:0cm;line-height:normal;font-size:11pt;font-family:Calibri, sans-serif;"><span style="font-family:Arial, Helvetica, sans-serif;font-size:small;">Midden op straat kijkt een man met bezem en een kruiwagen naar de rommel die hij moet gaan opruimen. Links daarvan verkopen twee vrouwen fruit en bloemen. Iets verderop vraagt een bedelaar om geld aan een chic geklede vrouw en man. Dit alles speelt zich af tegen het decor van een ietwat vervallen en kale Domkerk. Door slechte financiële omstandigheden was het onderhoud van de kerk jarenlang minimaal geweest.</span></p><p><span style="font-family:Arial, Helvetica, sans-serif;font-size:small;">Het schilderij dateert van kort na de restauratie van de Domkerk en de aanleg van het Munsterkerkhof. Het straatbeeld is levendig. Een bijzonder detail is de groentevrouw, een verwijzing naar de markt die ter plaatse gedurende enige tijd werd gehouden. Rechtsonder staat een lid van de Compagnie Vrijwillige Jagers. Dit militaire onderdeel van het Utrechtse Studenten Corps nam in 1830-1831 deel aan de oorlog tegen de Belgen nadat die zich van Nederland hadden afgescheiden. Dit detail pleit voor een datering van het schilderij na de zomer van 1830.</span></p>