<SPAN lang=N>De Utrechtse edelman Pieter van Hardenbroeck (1593-1658) was verliefd op de non Agnes van Hanxelaer, die in 1623 het klooster voor hem verliet. Wat volgde was een geheime liefdesrelatie die in 1628 uitmondde in een huwelijk. In het testament uit 1656 wordt dit schilderij genoemd: Van Hardenbroeck bestelde het in 1623 bij Dirck van Baburen ter herinnering aan zijn prille liefde met Agnes: een ‘portrait historié’, waarin hij en zijn lief zijn uitgebeeld als Granida en Daifilo. Het onderwerp is afkomstig uit de <I>Granida</I> van P.C. Hooft (1615). Dit toneelstuk, dat in 1605 in handschrift klaar was en in 1615 voor het eerst in druk verscheen, was een van de populairste pastoralen in de Nederlandse literatuur. Dirck van Baburen (caravaggist en grondlegger van de pastorale schilderkunst), die met het idee kwam om hen zo uit te beelden, realiseerde met dit kapitale doek de allervroegste uitbeelding van het vanaf dat moment zo populaire thema. Gerard van Honthorst schilderde zijn prachtige <I>Granida en Daifilo</I> in 1625 (coll. Centraal Museum, nr. 5572).</SPAN>
De Utrechtse edelman Pieter van Hardenbroeck (1593-1658) was verliefd op de non Agnes van Hanxelaer, die in 1623 het klooster voor hem verliet. Wat volgde was een geheime liefdesrelatie die in 1628 uitmondde in een huwelijk. In het testament uit 1656 wordt dit schilderij genoemd: Van Hardenbroeck bestelde het in 1623 bij Dirck van Baburen ter herinnering aan zijn prille liefde met Agnes: een ‘portrait historié’, waarin hij en zijn lief zijn uitgebeeld als Granida en Daifilo. Het onderwerp is afkomstig uit de Granida van P.C. Hooft (1615). Dit toneelstuk, dat in 1605 in handschrift klaar was en in 1615 voor het eerst in druk verscheen, was een van de populairste pastoralen in de Nederlandse literatuur. Dirck van Baburen (caravaggist en grondlegger van de pastorale schilderkunst), die met het idee kwam om hen zo uit te beelden, realiseerde met dit kapitale doek de allervroegste uitbeelding van het vanaf dat moment zo populaire thema. Gerard van Honthorst schilderde zijn prachtige Granida en Daifilo in 1625 (coll. Centraal Museum, nr. 5572).
aankoop met steun van verschillende partijen# 2020 (met steun van het Mondriaan Fonds, de Verenging Rembrandt, het Rodi de Valk Fonds van het Prins Bernard Cultuurfonds, het K.F. Hein Fonds en het Elise Matilde Fonds)
Afmetingen
hoogte 165.7 cm
breedte 211.5 cm
hoogte (met lijst) 183.5 cm
breedte (met lijst) 228.5 cm
diepte (met lijst) 8 cm
Opschriften / merken
signatuur en datering r.o. :
T.D. Baburen /...fecit An\'b0 16...3
De Utrechtse edelman Pieter van Hardenbroeck (1593-1658) was verliefd op de non Agnes van Hanxelaer, die in 1623 het klooster voor hem verliet. Wat volgde was een geheime liefdesrelatie die in 1628 uitmondde in een huwelijk. In zijn testament uit 1656 wordt dit schilderij genoemd. Van Hardenbroeck bestelde het in 1623 bij Dirck van Baburen ter herinnering aan zijn prille liefde met Agnes: een ‘portrait historié’, waarin hij en zijn lief zijn uitgebeeld als Granida en Daifilo. Het onderwerp is afkomstig uit de Granida van P.C. Hooft (1615). Dit toneelstuk, dat in 1605 in handschrift klaar was en in 1615 voor het eerst in druk verscheen, was een van de populairste pastoralen in de Nederlandse literatuur. Dirck van Baburen (caravaggist en grondlegger van de pastorale schilderkunst), die met het idee kwam om hen zo uit te beelden, realiseerde met dit kapitale doek de aller vroegste uitbeelding van het vanaf dat moment zo populaire thema. Gerard van Honthorst schilderde zijn prachtige Granida en Daifilo in 1625 (coll. Centraal Museum).
Documentatie
"Granida en Daifilo" (1625) van Gerard van Honthorst : onderzoek en restauratie, Jos de Meyere ; [verantwoord. Adeline M. Janssens], (Utrecht, 1988), pp. 20-21, fig. 19
A Lost Baburen Rediscovered, E. Schleier, (The Burlington Magazine, CXIV, 836, November 1972), p. 787, note 5, p. 787, note 5
Additions to Dirck van Baburen, L.J. Slatkes, (Album amicorum J.G. van Gelder), pp. 267-268, 272, noten 6-11, fig. 2, pp. 267-268, 272, noten 6-11, fig. 2