Poppenhuis
<p><br /></p>Het poppenhuis van Petronella de la Court is geen speelgoed. Het is een kunstverzameling in het klein met een subtiele boodschap: zo hoort een goed geleid huishouden er uit te zien. Voor deze natuurgetrouwe en tegelijkertijd geïdealiseerde weergave van een Amsterdams patriciërs huis kocht Petronella meubeltjes, betimmeringen, zilveren voorwerpen etc. bij gespecialiseerde handelaren. Wat zij niet hadden, werd op bestelling gemaakt. De tien vakken zijn ingericht als keuken, kraamkamer, tuin, salon, hal en kantoortje, kunstkamer, provisie- en meidenkamer, kinderkamer, slaapkamer en mangelzolder. Tot in detail is alles nagebootst, zelfs het ondergoed van de poppen en de inhoud van de kabinetten in de kunstkamer, gevuld met prenten, schelpen en penningen.<br />Dit poppenhuis is een natuurgetrouwe en tegelijkertijd geïdealiseerde weergave van een Amsterdams patriciërs huis. Het heeft ook een subtiele boodschap: zo hoort een goed geleid huishouden er uit te zien. Het is bovendien een miniatuurkunstverzameling. De oorspronkelijke eigenaresse, Petronella de la Court, een Amsterdamse dame uit de hoogste kringen heeft de tien vakken van de kast ingericht als keuken, kraamkamer, tuin, salon, hal met daarboven kantoor, kunstkamer, provisie- en meidenkamer, kinderslaapkamer, slaapkamer en een mangelzolder. In de keuken zit de meid voor het vuur wafels te bakken. De kraamkamer, tijdelijk ingericht voor moeder en kind, is helemaal wit. De min, de voedster van het kind, zit met half ontblote borst in de kraammand. Naast de kraamkamer is de tuin te zien die eigenlijk achter het huis ligt. Daarboven liggen twee ontvangstkamers: een salon waar gasten worden ontvangen en geamuseerd met kaartspelletjes, muziek en dans, en een kunstkamer speciaal voor de heren. Hier bevindt zich de kunstverzameling van de heer des huizes. De kamer staat en hangt vol met exotische kunstvoorwerpjes. Zelfs de fraai bewerkte kasten zijn gevuld met miniatuurprenten en penningen. De heer des huizes is een rijke ondernemer. Hij zit, gekleed in een Japonsche rok, een kostbare zijden huisjas, achter zijn bureau zakelijke correspondentie af te handelen. Achter in het vertrekje staat een rustbed. Onder zien we de hal met de dienstbode, een knecht en een kindje in een looprek. Op de bovenste rij bevinden zich de privé-vertrekken en werkruimten: links de provisiekamer met achter een slaapruimte voor de dienstboden, daarnaast de kinder- en naaikamer. De deftige meneer in het midden is de dokter die de urine van de patiënt bestudeert. Het volgende vertrek, de slaapkamer, is sjiek ingericht met een zijden hemelbed en zilveren toiletspullen. Helemaal rechtsboven in de hoek zien we de mangelzolder. Hier werden de buitenshuis gewassen kleren en het linnengoed gemangeld, gestreken en opgevouwen.<br /><br /><br />De kast en een groot deel van de inrichting is op bestelling gemaakt, maar Petronella kocht ook meubeltjes, betimmeringen, zilveren voorwerpen kant-en-klaar bij gespecialiseerde handelaren. Alles is zo natuurgetrouw mogelijk nagebootst, ook wat je niet kunt zien, bijvoorbeeld de onderkleding van de poppen. Het inrichten van een poppenhuis nam jaren in beslag. Uit de datering op sommige voorwerpen is af te leiden dat Petronella er ongeveer twintig jaar over heeft gedaan. Na haar dood vererfde het poppenhuis van moeder op dochter tot het in 1866 aan de stad Utrecht werd geschonken.<p><br /></p>