<span style="font-family:Arial, Helvetica, sans-serif;font-size:small;">In de late middeleeuwen wordt de maagd Maria de belangrijkste katholieke heilige na haar zoon Jezus Christus. Als zijn moeder is ze ontelbare keren afgebeeld. Steeds is haar mantel zo blauw als de hemel, een kleur afgeleid van ultramarijn, het kostbaarste pigment met de halfedelsteen lapis lazuli uit Afghanistan. In zijn Bewening brengt Jan van Scorel voor Maria’s mantel ultramarijnblauw aan op een roze ondergrond: kleurgebruik dat hij mogelijk kent van de schilder Rafaël in Rome. Symbolisch voor Maria’s bovenaardse zuiverheid blijft blauw voor kleding populair en is inmiddels wereldwijd de meest gedragen kleur. [tekst 2023]</span><br><span style="font-size:12px;"><br></span>
1/6
In de late middeleeuwen wordt de maagd Maria de belangrijkste katholieke heilige na haar zoon Jezus Christus. Als zijn moeder is ze ontelbare keren afgebeeld. Steeds is haar mantel zo blauw als de hemel, een kleur afgeleid van ultramarijn, het kostbaarste pigment met de halfedelsteen lapis lazuli uit Afghanistan. In zijn Bewening brengt Jan van Scorel voor Maria’s mantel ultramarijnblauw aan op een roze ondergrond: kleurgebruik dat hij mogelijk kent van de schilder Rafaël in Rome. Symbolisch voor Maria’s bovenaardse zuiverheid blijft blauw voor kleding populair en is inmiddels wereldwijd de meest gedragen kleur. [tekst 2023]
Vgl. Cornelis Buys, Kruisafname, paneel, 98 x 81, cat. nr. 77 met afb., Kunstveilingen Mak van Waay N.V., vlg. 02-06-1970 en volgende dagen, Amsterdam
Documentatie
Boekbespreking Paletserie, A.B. de V., (Maandblad voor beeldende kunsten, 18, 1941), p. 58
Carel van Manders kritiek op de schilderijen van Jan van Scorel en diens tijdgenoten (in Miscellanea Prof. Dr. D. Roggen), P.T.A. Swillens, (Antwerpen, 1957), pp. 275-277, afb. 2 op p. 273
Catalogue of Paintings 1363-1600 : Centraal Museum Utrecht, project dir. and final ed. Liesbeth M. Helmus ; co-ed. Molly Faries and Liesbeth M. Helmus ; authors Molly Faries, Liesbeth M. Helmus and Dorien Tamis ; with contr. by J.R.J. van Asperen de Boer, Felice Geurdes and Peter Klein, (Utrecht, 2011), pp. 218-226.