De herontdekking van een scheepsglobe uit de 18de eeuw
Hoe 3D-techniek helpt dit object te bewaren voor toekomstige generaties.
Hoe 3D-techniek helpt dit object te bewaren voor toekomstige generaties.
Hoe 3D-techniek helpt dit object te bewaren voor toekomstige generaties.
Het zal alleen de meest oplettende kijker opvallen. Op de scheepsglobe in de nieuwe collectieopstelling van het Centraal Museum is ten zuidwesten van het eiland Java, in minuscuul handschrift een aantekening gemaakt van enkele regels. De tekst is na drie eeuwen grotendeels onleesbaar geworden. Uit de historische objectdocumentatie weten we dat er het volgende moet hebben gestaan: ‘Den maaker en Schrijver deses sijn van Batavie vertrokken naar Amsterdam met Het Schip Berkenrooden den 18(?) October en waaren ... In het Iaar 1731.’ Het opschrift op de globe is vergezeld van een stippellijn die de reis van het VOC-schip Berkenrode vanuit Batavia – nu Jakarta, maar tot de negentiende eeuw het hoofdkwartier van de VOC in Azië – om Kaap de Goede Hoop, terug naar Nederland illustreert.
Scheepsglobe, vóór 1731. Inv.nr. 58
De scheepsglobe is een unicum in de collectie van het Centraal Museum. De conditie van het object is slecht. Het papier is na drie eeuwen sterk verkleurd en op verschillende plekken zwaar beschadigd. De bruine inkt waarmee de namen van kustplaatsen, aantekeningen en landsgrenzen zijn opgetekend is deels weggevaagd. Ondanks dit alles is de globe uiterst fascinerend, als object van vakmanschap maar ook als drager van informatie. Het maakt nieuwsgierig naar de originele functie en het gebruik van scheepsglobes in de vroege achttiende eeuw, maar ook naar het verhaal dat schuilgaat achter dit bijzondere object.
Detail van de globe, met opschriften en tekeningen van schip en kustlijn.
Om een beter beeld te krijgen van deze scheepsglobe, is het allereerst noodzakelijk om het vakmanschap te begrijpen dat schuilgaat achter dit object. Globes werden vanaf de zeventiende eeuw in allerlei varianten en in enorme aantallen geproduceerd. In tegenstelling tot de versies uit de oudheid en middeleeuwen, die werden gemaakt van hout of steen, waren de globes uit de zeventiende en achttiende eeuw hol en gemaakt van papier-maché. In vele dunne lagen werd het papiermengsel aangebracht op een houten of metalen mal. De twee losse helften van de schil werden na het uitharden aan elkaar bevestigd, met een houten as van de Noord- naar de Zuidpool.
Nadat de grove vorm was opgebouwd, werd deze ingestreken met een laag van krijtlijm om een perfect ronde bol te krijgen met een gladde schil van slechts circa 2 cm dik. Hierna werd de wereldkaart op de globe aangebracht. Vanaf 1500 werd het gebruikelijk om de kaart met dit ‘platte’ wereldbeeld in smalle, spits toelopende segmenten te snijden alvorens deze op de bol werden gelijmd. Het was een uiterst precisiewerk om de segmenten perfect op elkaar aan te laten sluiten. Omdat het met de hand tekenen van de wereldkaarten zeer tijdrovend was, werd een groot aantal globes beplakt met prenten. Die konden aan de hand van slechts één ontwerp in grote oplagen worden geproduceerd. Het inkleuren van de globes – die vrijwel nooit geheel monochroom zijn – gebeurde gewoonlijk echter met de hand. Om ten slotte de papieren globes te conserveren werden deze ingesmeerd met een laag gelatine en vernis. Deze laatste stap in het proces gaf bovendien een mooie glans.
Voorbeeld van een globe beplakt met prenten. Collectie Rijksmuseum, inv.nr. NG-C-2014-2-1
Wat vrijwel direct opvalt bij de scheepsglobe in het Centraal Museum, is het ontbreken van de glanzende vernislaag. Naast het beschermende vernis ontbreekt ook de grondering van krijtlijm. Dit heeft er onder meer voor gezorgd dat het papier door de jaren heen behoorlijk is aangetast. De verschillende lagen papier laten op enkele plekken los, er is zichtbare waterschade en er zijn donkere verkleuringen ontstaan. Met name het noordelijk halfrond is sterk verkleurd. Deze helft van de wereldbol zal niet alleen het meest door zonlicht zijn aangetast, maar heeft ook schade opgelopen door het roet van brandende kaarsen. In de meeste gevallen knappen globes enorm op door het verwijderen van een vergeelde vernislaag, omdat hierbij een schone papierlaag tevoorschijn komt. Een dergelijke behandeling is bij deze scheepsglobe helaas niet mogelijk.
Een andere zeer opvallend kenmerk van de globe is dat niet alleen de aantekeningen over de zeereis met de hand zijn aangebracht, maar dat de hele wereldkaart met de hand getekend is. Het betreft hier dus niet een prent die in grote oplagen geproduceerd werd. Het volledige wereldbeeld is met pen en inkt op de bol getekend en dat maakt het een uniek exemplaar. Dergelijke handgetekende globes, ongevernist en van relatief groot formaat, zijn uiterst zeldzaam.
Screenshot van 3D-opname van de globe in Sketchfab
De toestand van de globe is heel kwetsbaar. In 2022 is de globe gereinigd door een papierrestaurator. Veel vuil is verwijderd, maar toch is de globe slecht ‘leesbaar'. Gedeelten zijn verloren gegaan, andere delen zijn slecht te lezen. Uit de documentatie blijkt dat de handgeschreven teksten zo’n 100 jaar geleden nog (veel) beter leesbaar waren dan nu. Dit bevestigt wat we eigenlijk al weten: ondanks museale zorg, zal de globe nog verder achteruitgaan. Omdat het zo’n bijzonder object is, hebben we besloten om de huidige stand van zaken daarom zo goed mogelijk vast te leggen. Met de nieuwste technieken, in samenwerking met een gespecialiseerde, Spaanse partij, is een gedetailleerde 3D scan gemaakt.
Detailopname waaruit de slechte staat van de globe duidelijk blijkt.
Deze scan is, in combinatie met de andere gemaakte opnames, zó gedetailleerd, dat we een exacte replica zouden kunnen maken van de globe in de staat waarin deze zich nu bevindt. Alle informatie die nu nog leesbaar is op de globe is zo voor onderzoek in de toekomst veilig gesteld.
Naast de bijzondere materiële eigenschappen van dit object, kunnen we veel over het gebruik ervan aflezen aan wat er daadwerkelijk op de globe is afgebeeld. Aan de hand van de informatie die is opgenomen in het wereldbeeld, kunnen we vaststellen dat het om een scheepsglobe gaat. Namen van kustplaatsen, met name langs de kust van Afrika, zijn uitvoerig aangetekend op de kaart. Een netwerk van paslijnen en verschillende windrozen maakten het bovendien mogelijk om een scheepskoers uit te zetten. De binnenlandse gebieden zijn nauwelijks uitgewerkt, op enkele plaatsnamen en een kleine verscheidenheid aan illustraties van inheemse diersoorten na. Hoewel het hier nadrukkelijk gaat om een scheepsglobe, betekent dit niet dat de globe ook daadwerkelijk dienst heeft gedaan als navigatiemiddel op een schip.
Detailopname van de globe, met kustplaatsen in Afrika
Hoewel globes voor de vaart over oceanen – zoals de reis van Batavia naar Texel die de Berkenrode aflegde – naast kaarten konden worden ingezet als hulpmiddel voor navigatie, behoorden ze al in 1634 niet meer tot de standaarduitrusting van VOC-schepen. Kaarten waren veelal nauwkeuriger, makkelijker te hanteren en goedkoper in productie. Voor gebruik aan boord werden doorgaans kaarten gebruikt die waren gedrukt op grof, relatief goedkoop papier of handgetekend op perkament. Na de reis werden ze weggedaan, omdat ze hun functie hadden voltooid en bovendien meestal al verouderd bleken.
Vanaf 1719 werden er door de VOC helemaal geen globes meer meegegeven op schepen en gedurende de achttiende eeuw kwamen nieuwe navigatie-instrumenten in omloop die niet alleen nauwkeuriger waren, maar ook beter te hanteren dan globes. Het is maar de vraag in hoeverre de scheepsglobes voor die tijd daadwerkelijk werden gebruikt voor de navigatie aan boord van een schip. Alleen al de grootte van de bol maakt dit gebruik onwaarschijnlijk. In het geval van onze scheepsglobe maakt ook het ontbreken van de vernis het object zeer ongeschikt voor een maandenlange reis in een vochtige omgeving als die van een schip.
De bovengenoemde aantekening op de scheepsglobe beschrijft de terugreis van het VOC-schip Berkenrode van Java naar Nederland in 1731. In de VOC-archieven wordt de Berkenrode als eerst vermeld in 1723, wanneer het schip gebouwd wordt in Amsterdam. Onder leiding van de Amsterdamse Jurriaan Popta vertrok ze vervolgens op 29 december 1730 vanaf Texel. De Berkenrode was een zogenoemd ‘spiegelretourschip’, een type schip dat voornamelijk werd gebruikt voor het vervoeren van goederen. Aan boord waren bijna driehonderd mensen, waaronder met name scheepslieden en soldaten en enkele ambachtslieden en passagiers. Na circa zes maanden kwam de Berkenrode op 4 juli 1731 in Batavia aan.
Dit is niet de Berkenrode, maar de Amsterdam, een vergelijkbaar 'spiegelretourschip' (nagebouwd in de 20ste eeuw). Foto: Eddo Hartmann © Het Scheepvaartmuseum
In oktober van datzelfde jaar voer het schip opnieuw uit, om vanuit Batavia om Kaap de Goede Hoop, terug naar Texel te varen. Hoewel de eerdere transcriptie van de aantekening op de scheepsglobe de datum ‘18 oktober’ vermeldt, is het uitvaren van de Berkenrode in de VOC-archieven genoteerd op 13 oktober. De (nu nog nauwelijks leesbare) aantekening op de globe is dus mogelijk eerder verkeerd overgenomen in de transcriptie van onze database. Op het moment van vertrek uit Batavia bestond de bemanning van het schip uit 113 scheepslieden, 24 soldaten, 7 ambachtsmannen, 17 impotenten (VOC-leden die om verschillende redenen uit actieve dienst waren gezet) en 6 passagiers. De schrijver van de aantekeningen op de globe, zou volgens eigen zeggen een van hen zijn geweest. Op 28 december 1731 kwam de Berkenrode aan bij Kaap de Goede Hoop, waar het in het nieuwe jaar op 2 februari aan het laatste deel van haar reis begon. Vier maanden later, op 18 juni 1732 arriveerde het schip in haar thuishaven op Texel.
De globe opgesteld in Collectie Centraal, in de zaal Pracht en Prijs
Lang werd gesteld dat Utrecht weinig te maken had met onderwerpen waarvan in de laatste jaren de schaduwkanten nadrukkelijk worden belicht, zoals de VOC en slavernij. Deze scheepsglobe laat zien dat er wel degelijk relaties zijn. Ook in Utrecht woonden mensen die hun welvaart dankten aan (handels)praktijken die we naar huidige maatstaven bezwaarlijk vinden. Waarschijnlijk is de globe in de familie gebleven van een welgestelde opvarende en op die manier uiteindelijk in de Utrechtse Domkerk beland, voordat hij in de collectie van het museum terecht kwam.
De globe had waarschijnlijk geen plek aan boord, maar kon daarentegen goed worden gebruikt voor het onderwijs aan scheepslieden. Het is goed mogelijk dat de scheepsglobe als studieobject een belangrijke rol speelde in het verkrijgen van een beeld van de ligging van continenten, kustplaatsen en vaarroutes. Als aanvulling op geschreven bronnen en kaarten kan de globe thuis, in Nederland, een voorbereiding zijn geweest op de vaart naar Java. Juist omdat de papieren schil van globe grotendeels onbehandeld was gebleven, bleef deze goed van aantekeningen in inkt of grafiet te voorzien. Een andere mogelijkheid is dat de eigenaar van de globe bij terugkomst in Nederland de aantekening maakte ter hoogte van Java. De globe werd in dat geval gebruikt als memoriestuk, om de herinnering aan een bijzondere reis levend te houden.
Met dank aan Marije Verduijn, hoofd Collectiebeheer, die de alinea over Digitaal Behoud schreef.
De globe spreekt zo tot de verbeelding dat recent een student van de Universiteit Utrecht, Romée van Oostenbrugge, onderzoek heeft gedaan naar verschillende aspecten ervan. Zij gaat onder meer dieper in op de constructie van de globe, ze deelt de eerste bevindingen van de 3D scan én ze komt tot een gedetailleerde hypothese over de herkomst van de globe. Haar onderzoeksverslag is hier te lezen.