Nieuwe ontdekkingen in het poppenhuis
Over poppenonderbroeken, een hondje gemaakt van een muis, en een omgekeerde sprei.
Over poppenonderbroeken, een hondje gemaakt van een muis, en een omgekeerde sprei.
Over poppenonderbroeken, een hondje gemaakt van een muis, en een omgekeerde sprei.
Omdat een deel van het museum verbouwd zal worden, moet het 17de-eeuwse Poppenhuis, inclusief poppen en complete inboedel tijdelijk verhuizen naar het depot. Een ideale aanleiding om het grondig te onderzoeken.
Van poppenkleding tot schilderijen en opgezette dieren: een team van specialisten uit verschillende disciplines heeft het huis in de afgelopen maanden van alle kanten bekeken. In deze blog deelt Maris van Leeuwen, erfgoedspecialist en stagiaire bij Team Collectiebeheer, de meest opmerkelijke bevindingen.
Het Poppenhuis van de Amsterdamse Petronella de la Court (1624-1707) staat sinds 1921 in het Centraal Museum. Petronella deed twintig jaar over de samenstelling van het pronkhuis. Hiervoor benaderde ze de beste kunstenaars en ambachtslieden. Het 17e-eeuwse Poppenhuis telt elf gedetailleerde kamers die het huishouden van Petronella weerspiegelen. Er is zelfs een tuin!
In de tentoonstelling De poppen pakken hun biezen kan u het onderzoek naar het Poppenhuis op zaal volgen. De miniaturen worden onderzocht, geïnventariseerd, gefotografeerd en ingepakt. Het huis is inmiddels (bijna) leeg, maar in de Virtutal Tour kunt u een kijkje nemen in het volle poppenhuis, alsof u er zelf in staat.
Of open de 360-tour op een volledig scherm. De tour werkt op telefoons, computers en tablets.
Het Poppenhuis telt 28 bewoners, allemaal uitgedost in rijkelijk versierde kostuums. Het varieert van dames met kanten rokken, waaiers en parelkettingen tot een Waterlandse boer met een prachtige blauwe muts. Toen modeconservator Ninke Bloemberg hoorde dat de poppen geïnventariseerd zouden worden, speelde direct één ding door haar hoofd: wat zit er onder de poppenrokken? Dat lijkt misschien een gekke vraag, maar dat is het niet. Er is zo weinig ondergoed uit de 17de eeuw bewaard gebleven dat de onderkleding van deze poppen een goed beeld geven van de onderkleding die echte mensen in die tijd droegen. Daarom zijn er voorzichtig foto’s gemaakt onder de poppenrokken voor nadere bestudering.
Maar het onderzoek was meer dan onderbroekenlol. Textielrestaurator Kathleen Mahieu heeft alle poppen van top tot teen bekeken en hun conditie gecontroleerd. Eerder uitgevoerde restauraties lijken stabiel, maar bij sommige poppen is de conditie verslechterd vergeleken met het onderzoek uit de jaren ’80 door poppenhuisexpert Jet Pijzel-Domisse. Deze schade kan veroorzaakt zijn door licht. Voor de nieuwe opstelling wordt nagedacht over restauratie en over hoe de poppen het beste belicht en geplaatst kunnen worden .
Daarnaast waren we nieuwsgierig naar iets anders. Het kleine meisje in het voorhuis heeft een popje in haar hand. Is dit popje origineel of later toegevoegd? Mahieu denkt dat dit popje later in het Poppenhuis is geplaatst omdat ze een empire jurk draagt, een kledingstijl uit het begin van de 19e-eeuw. Een ander leuk detail is dat de kinderkamer minuscule ivoren stoeltjes bevat, zouden deze voor dit popje zijn?
Links pop met nog kleiner popje, rechts mini-stoeltjes van ivoor op een tafeltje.
Van ivoren spiegellijsten tot een klok gemaakt van schildpad: het Poppenhuis is een grote beestenboel. Er hangen gedroogde vissen in de provisiekamer. In de kunstkamer liggen twee kleine opgezette schildpadden en een lade vol tropische schelpen. In de keuken ligt een vat vol kleine mosselen. Poppenhuiskenner Jet Pijzel-Domisse vertelde ons dat deze kleine schelpen extra bijzonder waren en duurder dan grote schelpen. Dit komt omdat deze miniatuurschelpen baby-schelpen zijn die niet zomaar aanspoelen. Naar zulke kleine schelpen moest gedoken worden.
Schelpjes in een lade.
In de keuken zit een hondje. Over dit object doet al een jaren een vreemd gerucht de ronde: de hond zou gemaakt zijn van een muis. Natalie Dubois, conservator toegepaste kunst, was zo nieuwsgierig dat ze het hondje naar de Utrechtse dierenkliniek Wilhelminapark bracht. De dierenarts bestudeerde de uiterlijke kenmerken van het ‘hondje’ en maakte röntgenscans met een apparaat geschikt voor kleine knaagdieren. Uit de röntgenscan bleek het object geen muizenskelet te bevatten, wel drie metalen draden die het diertje in vorm houden. Maar uit de vorm van de achterpoten en de huid leidde de dierenarts af dat de vacht van het hondje inderdaad van muis gemaakt kon zijn. Zelfs van twéé muizen want één muizenvacht zou niet genoeg zijn om het hondenlichaampje te omvatten.
Hondje of muis?
Wat meubelrestaurator Jurjen Creman opviel aan de miniatuur meubels is dat precies dezelfde technieken worden gebruikt als bij meubels van normale grootte. Hij liet ons zien dat het Poppenhuis bestaat uit een kast waar alle elf kamers uit gehaald kunnen worden. Als je goed naar de kast kijkt, zie je sporen van haakjes waaraan vroeger een gordijnstok hing. Het museum had een dik gordijn voor het poppenhuis gehangen, dat bezoekers zelf mochten openschuiven om het poppenhuis te bekijken.
Poppenhuisexpert Jet Pijzel-Domisse heeft in de jaren ’80 het Poppenhuis heringericht en onderzocht. Nu wist ze ons te vertellen dat ze toen het bed verkeerd opgemaakt heeft. Zo hoort de buitenkant van de bovenste sprei te matchen met de binnenkant van het hemelbed. Aan de binnenkant van de hemel zijn de initialen van Petronella’s man Adam Oortmans te zien dus hebben we de kant van de sprei waar ook de initialen op staan nu opnieuw naar boven gelegd.
Hemelbed en sprei met initialen AO.
Het Poppenhuis bevat veel meer papieren objecten dan je op het eerste gezicht denkt. De plafonds van meerdere kamers zijn versierd met uitgeknipte, kleurrijke gravures. Ook ruimtes zoals de keuken zijn behangen met wit geschilderd papier. Maar het meest bijzonder zijn de leren en perkamenten boekjes. Deze bevatten gravures, bijbelteksten en speciaal voor het poppenhuis gecomponeerde muziekstukken.
Dankzij papierrestaurator Herre de Vries weten we van een aantal tekeningen dat ze op perkament zijn gemaakt in plaats van op papier, zoals tot nu toe werd aangenomen. Hij liet zien hoe we 17de-eeuws papier kunnen herkennen. Papier uit die tijd bestaat uit geschepte vezels. In de structuur van het papier zijn duidelijk de ketting- en waterlijnen van de papierschep te zien. Perkament is veel gladder en dat zagen we terug in de structuur van enkele tekeningen.
Petronella de la Court had niet alleen dit Poppenhuis, maar verzamelde ook schilderijen, keramiek en tal van rariteiten. In de ‘kunstkamer’ van het poppenhuis is een afspiegeling van haar rariteiten- en schilderijenverzameling te zien. De schilderijen worden omlijst met decoratieve lijsten van verguld hout. Schilderijenrestaurator Eva van Zuien bekeek de schilderijen, lijsten en muurschilderingen. Zo bestaan de muren van de ‘saletkamer’(gezelschapskamer) uit vier rijk beschilderde stukken canvas. Ook de houten muren en het plafond van de tuin zijn beschilderd met olieverf. Met een UV- en een daglichtlamp kon Van Zuien de details, vernis en eerdere retouches duidelijk zien. Ze concludeerde dat de schilderingen in goede conditie waren maar het vernis erg vergeeld was.
De schilderijtjes worden ingepakt.
In de keuken hangen rekken vol glazen objecten zoals roemers en imitatiekeramiek. De wit-blauwe serviezen in het poppenhuis lijken misschien van Chinees porselein of Delfts aardewerk te zijn gemaakt, maar het is wit glas met blauwe beschilderingen. Deze objecten bleken niet alleen fragiel omdat het materiaal breekbaar is maar ook vanwege de chemische samenstelling. Veel van dit glas had niet alleen breuklijnen van eerdere incidenten maar zag er ook ‘nat’ uit. Volgens glasrestaurator Mandy Slager is dit een van de symptomen van glasziekte, een disbalans in de chemische samenstelling van het glas dat reageert op vochtigheid uit de lucht.
Wandrek met 'porselein' gemaakt van glas.
Uit het onderzoek in kader van De Poppen pakken hun Biezen is gebleken dat het Poppenhuis in goede conditie is. Een klein deel van de objecten heeft in de komende maanden wat extra aandacht nodig. Deze tijd willen we ook gebruiken om de beste oplossingen te vinden voor kwesties als belichting en de exacte inrichting. Terwijl het museumgebouw wordt verduurzaamd, gaan Natalie Dubois en de medewerkers van de afdeling Collectiebeheer er voor zorgen dat het poppenhuis vanaf najaar 2022 er weer 100 jaar tegenaan kan.
De Poppen pakken hun biezen is mede mogelijk gemaakt Munt Hypotheken.