Een subjectieve blik op Dromen in beton
Hoe kijken kunstenaars naar Kanaleneiland en Hoog Catharijne?
Hoe kijken kunstenaars naar Kanaleneiland en Hoog Catharijne?
Hoe kijken kunstenaars naar Kanaleneiland en Hoog Catharijne?
Kunstenaars hebben vaak het bijzondere vermogen om een ontwikkeling te vatten, waar wij nog geen voorstelling van hebben. Een beeld waar we nog niet over na hadden gedacht, dat we nog niet eerder hadden gezien, een onbekende kant van het verhaal. Juist vanwege die subjectieve blik nodigden we drie kunstenaars uit om speciaal voor Dromen in Beton nieuw werk te maken.
Zachary Formwalt, Jan van de Pavert en Mounira Al Solh laten hun licht schijnen op respectievelijk Hoog Catharijne en Kanaleneiland. Vanuit hun kunstenaarschap reageren ze op nog jonge ontwikkelingen en gebeurtenissen en leveren ze subtiel commentaar.
Als oudste stadsmuseum en met meer dan 60.000 objecten kan het Centraal Museum belangrijke historische verhalen vertellen over Utrecht. Maar hoe vertellen we het verhaal van het recente verleden? Conservatoren René de Kam (stadsgeschiedenis) en Laurie Cluitmans (hedendaagse kunst) gaven de kunstenaars de opdracht deze vraag te beantwoorden, elk op hun eigen subjectieve manier.
Voordat we de kunstenaars uitnodigden, doken we eerst onze eigen collectie in. Daar troffen we meerdere objecten aan die direct te maken hebben met beide bouwprojecten. Zo zijn er schetsen en maquettes van de eerste opzet van Kanaleneiland en Hoog Catharijne en zelfs een brief van Gerrit Rietveld aan zijn studenten, waarin hij de moderne woonmogelijkheden van Kanaleneiland prijst: "...als een opbergsysteem, want zo’n modern systeem is overzichtelijk (niet weggestopt en niet uitgestald); er is mee te werken. Zo moet ook de moderne woonmogelijkheid door overzichtelijke opstelling nieuw samenleven suggereren en aantrekken."
Het enige kunstwerk in de collectie met Kanaleneiland als onderwerp is gemaakt door de Utrechtse kunstenaar en schrijver Dirkje Kuik. Het is een ets die zij al in 1962, tijdens de opkomst van de wijk maakte. Maar in plaats van het strakke ‘opbergsysteem’ waar Rietveld over spreekt, laat Kuik een meer geleefd beeld zien. De hoogbouw lijkt haast te dansen en van de moderne uitstraling is eigenlijk niets meer over. Het is alsof Kuik zich het Kanaleneiland van een verre toekomst voorstelt, en er vervolgens met nostalgie op terugkijkt. Het is een mooi – en nostalgisch – voorbeeld van de subjectieve blik van de kunstenaar.
Dirkje Kuik, Kanaleneiland, 1962
De monumentale maquette van de binnenstad van Utrecht en Hoog Catharijne uit de jaren zeventig was voor Zachary Formwalt een van de eerste aanknopingspunten voor zijn film over het winkelcentrum. Het model dient niet alleen letterlijk als uitgangspunt maar ook als terugkerende metafoor. Zo zag de kunstenaar al snel een relatie tussen Hoog Catharijne en een ander model: het Amerikaanse Futurama. Dit model was een van de hoogtepunten van de New York World Fair in 1939. Bezoekers stonden uren in de rij om deze vooruitstrevende toekomstschets met eigen ogen te kunnen zien. In karretjes zweefde men boven een nieuw woon- en verkeersmodel, waarin snelwegen de steden en belangrijke hubs met elkaar zouden gaan verbinden.
New York World's Fair, Futurama. Foto: New York Public Library
Een van de tekenaars van Futurama was Victor Gruen. Na de Tweede Wereldoorlog werd deze architect bekend als pionier op het gebied van het overdekte winkelcentrum als nieuw model voor de Amerikaanse stedelijke ruimte. Ook de plannen voor Hoog Catharijne waren zwaar beïnvloed door Gruen's ‘consumptieparadijzen’. De relatie tussen het autoverkeer en de stad bijvoorbeeld. Maar ook is het opvallend dat de manier waarop de toeschouwers van Futurama werden rondgeleid terugkeerde in het nadenken over de beweging en stromen van de consumenten in het winkelcentrum.
Formwalt legt in zijn film een relatie met hoe de bezoeker of consument vandaag de dag wordt rondgeleid door Hoog Catharijne. Anno 2019 worden de bezoekersstromen tussen de verkeershub en het winkelcentrum immers nog steeds nauwlettend beheerst en bedwongen. Zo verbaast de kunstenaar zich over de Moreelsebrug. Hoe kan het dat zo’n enorme voetgangersbrug afgesloten is van een directe toegang tot de treinperrons? Ook introduceert Formwalt een nieuw, haast futuristisch perspectief op de hedendaagse consument . Want de winkelervaring nu bestaat niet alleen uit de fysieke ervaring, maar ook – en meer nog waarschijnlijk – uit een digitale ervaring.
Still uit Hoog Catharijne and its models
In de film Hoog Catharijne and its models rijgt Formwalt zijn observaties in een nieuw verhaal aan elkaar, plaatst het winkelcentrum in de context van wereldwijde ontwikkelingen en toont ons daarmee een kritische analyse van de grootstedelijke ontwikkeling vanaf de jaren dertig.
Jan van De Pavert werkte en woonde lange tijd in Utrecht en kent de stad dan ook van binnenuit. Zijn sociaal geëngageerde achtergrond was (mede) aanleiding om hem uit te nodigen een nieuwe figuratieve schildering te maken met als onderwerp de bewoners van Kanaleneiland. Hij ging de wijk in en ontmoette via organisaties zoals Stiching Dock, De Werkplaats, Cultuurhuis Kanaleneiland en Coffeemania verschillende ‘nieuwkomers’. Mensen die er al een behoorlijke tijd wonen of juist net waren aangekomen in Kanaleneiland en bezig zijn hier een nieuw bestaan op te bouwen.
Jan van de Pavert, De Nieuwkomers (detail), 2019
Van de Pavert brengt de portretten van al deze uiteenlopende mensen, met hun eigen achtergrond en verhaal, bij elkaar in één groot groepsportret van drie bij drie meter. Qua stijl liet hij zich daarbij inspireren door de politiek geëngageerde schilderingen van de wereldberoemde Mexicaanse kunstenaar Diego Rivera.
Diego Rivera, Man at the Crossroads, 1934. Foto: Wikimedia Commons
Met een realistische schilderstijl portretteert Van de Pavert de nieuwkomers tegen de achtergrond van de plattegrond van Kanaleneiland en de moskee – en voormalige bibliotheek – aan de Bernadottelaan. Maar ook voegt hij verhalen toe uit het verleden. Zo schildert hij bijvoorbeeld deelnemers aan de demonstratie tegen de zogenaamde pasjeswet die in 1975 plaatsvond en verschijnen Atargatis, een Arabische godin, en Asmahan, een Syrische zangeres uit de jaren dertig.
Mounira Al Solh groeide op in Libanon met een Libanese vader en een Syrische moeder. Sinds ze aan de Rietveld Academie studeerde woont ze in Nederland maar ze keert nog regelmatig terug naar haar geboorteland. Al Solh is veelzijdig: ze tekent, schildert, borduurt, maakt performances, video’s en installaties. In die uiteenlopende media snijdt ze sociaal-maatschappelijke en actuele thema’s aan, die vaak te maken hebben met de consequenties van (gedwongen) migratie en cultuurverschillen. Ze zoomt daarbij in op persoonlijke verhalen. Weliswaar klein en intiem, laten die verhalen juist ook de achterliggende, grotere geopolitieke ontwikkelingen zien.
Een mooi voorbeeld is het werk dat het museum aankocht naar aanleiding van de tekeningententoonstelling De Line Up in 2018. Met de titel ‘My specialty was to make a peasants haircut, but they obliged me work till midnight often’ vertelt ze al een verhaal op zich. Het werk komt voort uit observaties van alledaags racisme en toont twee vrouwen onder een zomerse parasol die ooggetuige zijn van de mishandeling van een Syrische jongen door de lokale politie zonder duidelijke reden.
Speciaal voor Dromen in Beton maakte Al Solh een reeks van tekeningen over de wijk en de bewoners van Kanaleneiland. De eerste plek die ze daar bezocht was het Huis van Vrede. Dat was een bijzondere eerste kennismaking met Kanaleneiland, want in het Huis van Vrede stond groot in het Arabisch ‘Solh’ geschreven– wat vrede betekent. Op papier dat ze op de lokale markt kocht, portretteert ze bewoners die ze ontmoet, tekent ze hun verhaal op en schetst ze hun leefomgeving. Samen geven de tekeningen een bijzonder en eigen beeld van de wijk.
Mounira Al Solh, 2 Witamy M Al Solh. Met dank aan Sfeir Semler
Deze werken gaan in première tijdens de tentoonstelling Dromen in Beton van 28 september t/m 19 januari 2020.